Startpagina??? > ???

Historie - Krantenknipsels 1


Verkoop 72 Iepeboomen Achthuizen 1917.

Deze advertentie werd me toegestuurd door Joke van Rumpt. De overledene is de moeder van mijn overgrootmoeder??Betje??Jacobs.

J. Koene staat bovenaan in het rijtje. Hij is mijn overgrootvader Hans Koene, weduwnaar van??Betje.Isabella??Maria Kamoen is ouder

geworden??dan haar dochter. Die stierf al in 1899 in Delft.





Het verslag van de rechtszaak ??? het origineel is te vinden in de??Tilburgse??Krant - werd ons toegezonden door Jaap??Hotting??uit??Kreileroord.

Opden jongsten Nieuwjaarsdag zaten een achttal geniesoldaten in eeneherberg

teOoltgensplaat rustig bijeen.

Onderhen bevond zich ook de mineur K. H. T.,die van het fort de Ruijternabij de

Willemstad,aan de overzijde der rivier gelegen, was overgekomen.

Opeens kwam een troep joelende burgers de herberg binnen, waarvan een,A.C.H.,

eender soldaten dadelijk eenige klappen om het hoofd gaf.

Demilitairen, met eenige kennismaking op deze wijze niet gediend,vereenigden zich daarop en maakten met getrokken sabel de herberg enhet terrein daarvoor schoon. De mineur T., boven reeds genoemd, diemet de burgers naar buiten was geraakt,

hadhet toen reeds hard te verantwoorden, en daar hij alleen ongewapendwas,

werdde tusschenkomst van zijne kameraden vereischt om hem te bevrijden.

Demilitairen waren intusschen van elkander afgeraakt, doch drie hunnervluchtten in de richting van redoute no1, daar zij door de troepburgers werden achtervolgd.

Toende soldaten het waagden om wat uit te rusten van hunnen vermoeiendentocht, trad een van de boeren, die met een stuk hout, waarin eendraadnagel stak,

gewapendwas, op hen toe en reikte hun met de woorden dat alles vergeten envergeven was de hand, die dan ook door de soldaten goedwillig werdaangenomen. Die hand was echter niet de vriendschapshand, wantterstond toen meerdere boeren

naderbijwaren gekomen, allen met een stok in de hand, zeide hij: ??nu kan ik

erwel twee aan."

Ophetzelfde oogenblik bracht de oogenschijnlijk vergevingsgezinde,dochwraakgierige boer aan een der militairen een slag op het hoofd toe,die dezen roerloos ter aarde deed storten.

Degetroffene, de genie-soldaat K. H. T., stond niet meer op, eenkwartier later was hij overleden en werd hij op eene ladder het fortPrins Frederik binnengedragen.

A.C. H. was volgens de getuigen van het feit de voorste der burgers,die de

militairende hand der verzoening aanbood, maar ook de persoon, die op zulk

eeneverraderlijke wijze den nootlottigen slag toebracht.

Dezepersoon, oud 24 jaren, boerenarbeider te Ooltgensplaat, stonddientengevolge

Donderdagvoor het gerechtshof te 's-Gravenhage terecht onder beschuldiging vanmoedwilligen doodslag.

Hijontkende ten stelligste, den overleden mineur te hebben geslagen, enzeide dat

eenanderen boerenarbeider, P. S., den slag had gegeven.

Onderscheidenegetuigen, verklaarden echter onder eede dat besch. den slag

gegevenhad, en zulks niettegenstaande enkelen hunner waren aangezocht, om

tegetuigen dat P. S. de dader was.

Bovendienwerd door getuigen verklaard, dat zij gezien hadden dat besch. van

eenhekje van het erf van den molenaar L. een lat had afgebroken en datdit

hetzelfdevoorwerp was, waarmede hij geslagen had, welke omstandigheid mede

doorbesch. werd ontkend.

Dedeskundigen, die met de lijkschouwing waren belast, waren van oordeeldat door uitwendig toegebracht geweld druk op de hersenen,bloeduitstorting

wasveroorzaakt, waarvan de dood van den verslagene het gevolg kan zijngeweest.

Adv.-gen.mr. Bijleveld gaf een overzicht van de vreeselijke gebeurtenis, die

denlen Januari te Ooltgensplaat had plaats gevonden, en waarbij een manin de kracht van het leven in den letterlijken zin van het woord wasdoodgeslagen.

Hijwees op de verklaringen der getuigen, waaruit ten stelligste deschuld van den besch. kon worden afgeleid, en geloofde dat diensontkentenis gerust kon worden ter zijde gesteld.

Naarzijn oordeel stond onomstootelijk vast dat de slag, die den doodveroorzaakt

heeft,door dezen besch. opzettelijk is toegebracht.

Hijgruwde van de verraderlijke handeling, die aan het feit wasvoorafgegaan, en het kwam hem voor, dat reeds, daarom aan geeneverzachtende omstandigheden mocht worden gedacht.

Z.E. G. A. requii eerde ten slotte eene veroordeeling tot 7jarentuchthuisstraf.

Alsverdediger trad op Mr. Andries, die met het O. M. van meening was dateene hoogst treurige en hoogst ernstige zaak thans aan 's Hofsonderzoekwas onderworpen.

Hijtrad hierop in eene behandeling van een drietalpunten, namelijk:

1edoor wien is de slag toegebracht,

2ewaarmede is de slag toegebracht,

3een welke waren de gevolgen van dien slag?

Voorde beantwoording daarvan ging hij zoowel de verklaringen der getuigenals die der deskundigen na en kwam tot de conclusie dat noch wettignoch overtuigend was gebleken, dat de dood van den mineur T. alleenaan de schuld van zijn cli??nt kon worden toegeschreven.

HedenZaterdag uitspraak.


??


Een krantenberichtje over mijn over-overgrootvader Cornelis Koene:
gevonden door Joke van Rumpt.


Catharina Jacomijntje de Wit_30-03-1884_Den Bommel

Aanbesteding voor het bouwen van een kerk en pastorie te Achthuizen.

Moord in Den Bommel 1852

Zuidzijde 1911
Den Bommel 1916