Startpagina??? > ???Eigen schrijfsels??? > ???

Huubje Huibrechtse

Officieel heette hij Hubertus, maar in Achthuizen was het volgens de overgeleverde verhalen altijd Huubje. De wortels van de familie lagen in Princenhage en Terheijden. Hij is geboren in Achthuizen op 2 september 1804 als jongste kind van Hubertus Huibregts en diens tweede vrouw Kaatje Minkenberg. De vader van Kaatje, Anthonij, is geboren in het Duitse Gulikerland. Hij is wellicht ooit meegekomen met de Hannekemaaiers die op zoek waren naar werk op Flakkee. Hij keerde niet terug naar zijn geboorteland, maar trouwde met Sibilla van den Enden uit Zuidzijde. Daar werd Kaatje ook geboren.

Omdat Achthuizen nog niet beschikte over een eigen kerk, werd Huubje in Oude Tonge gedoopt. In 1834 trouwde hij met Jansje Hoozemans, dochter van Gerardus Hoozemans en Petronella van Steen. Huub was broodbakker en bouwman. Hij woonde aan de Galathesedijk dijk tegenover zijn pachtland, daar waar nu kerkhof en kerk liggen. Misschien woonde hij wel in het huis waar nu bakkerij Holtkamp is gevestigd. Op dat land hadden de broers Piet en Koos Jacobs een oogje laten vallen. Daarop wilden zij een kerk bouwen en een kerkhof aanleggen. Zij zochten Huub op en legden hem het idee voor. Die voelde daar wel voor, want hij was ongeneeslijk ziek. Hij leed aan tyfus, een veel voorkomende ziekte in die dagen. Huubje kwam met de broers overeen om aan hen de pacht over te dragen tegen de som van f 200,- . Huubje was bijzonder in zijn nopjes met de deal die hij gesloten had. Zijn woorden zijn in de familie bewaard gebleven: ???Jans, ik heb mijn grond verkocht, voor f 200,- !??? Als hij er straks niet meer was, zouden zijn vrouw en kinderen niet helemaal zonder iets worden achtergelaten. Ook vond Huubje het geen onprettige gedachte om straks op zijn eigen grond te worden begraven, want ook dat had hij met de kerkmeesters afgesproken. Maar hier kwam hij bedrogen uit. Toen hij stierf, was het kerkhof nog niet ingewijd. Dat zou moeten gebeuren door de aartspriester van Holland. Er waren nog geen bisschoppen. De bisdommen zouden pas in 1853 worden ingesteld. De kerkmeesters wilden voor Huubje best een uitzondering maken, maar de gemeente Ooltgensplaat wilde niet meewerken. Die zou de begraafrechten mislopen, een paar dubbeltjes. En dus werd het lichaam van Huubje op 7 september 1849 naar Ooltgensplaat gebracht, naar de begraafplaats waar voor de katholieken een apart plaatsje was ingeruimd.

Hoewel het land van Huub heel geschikt was voor het aanleggen van een begraafplaats, was hiertegen een grote hinderpaal ingebracht. Aan de koopakte was door notaris Van Weel een voorwaarde toegevoegd ??dat daarop nooit een begraafplaats mocht worden aangelegd, en dat ingeval hiertegen gehandeld werd, het eigendom weer bij de vorige eigenaar zou terugkomen. Pastoor van Luenen was bij het lezen van de akte er echter niet van overtuigd dat door de verkoper bij de overeenkomst daarop was aangedrongen. Na correspondentie met de zaakwaarnemer van baron Cousebant, wonende te Zevenaar, eigenaar van de grond, bleek Van Luenen het bij het rechte eind te hebben. De voorwaarde was zonder voorkennis van de vroegere eigenaar in de akte terechtgekomen. De burgemeester van Ooltgensplaat die tevens notaris was in de gemeente had op eigen houtje, opkomend voor de belangen van zijn gemeente ??? het ging voornamelijk om de begraafrechten - , de bekritiseerde voorwaarde verwerkt in de akte. Van Luenen kreeg uit Zevenaar een brief mee voor de notaris met het verzoek om de voorwaarde te annuleren. Die heeft dat vast niet graag gedaan, maar omdat hij inzag dat hij geen poot had om op te staan, heeft hij afgezien van verder verzet en de voorwaarde geschrapt.