Startpagina??? > ???Eigen schrijfsels??? > ???

Achthuizen tijdens de inundatie en evacuatie 1944-1945


Tijdens de oorlogsjaren was Gerardus Hendricus Dessing pastoor van Achthuizen. Hij noteerde gebeurtenissen uit die tijd in het memorieboek van de parochie. Half februari 1944 verspreidde zich in de parochie het gerucht dat de Duitsers het eiland onder water wilden zetten om het beter verdedigbaar te maken tegen een aanval van de geallieerden. Als gevolg zouden de meeste mensen het eiland moeten verlaten. Een klein deel zou mogen blijven. Op 18 februari kwam het offici??le evacuatiebericht, waarna men groepsgewijs in diverse richtingen vertrok, met de boot via Sluishaven naar West-Brabant, of via Middelharnis, Hellevoetsluis en Rotterdam naar Groningen. Het was koud en het sneeuwde. ???De uittocht leek op een Godsgericht,??? aldus Dessing, die behoorlijk kon overdrijven en er de hand van God in zag. De maanden daarna kwamen zijn parochianen die in West-Brabant waren ge??vacueerd af en toe bijeen in een kapel in Oud-Gastel, waar Dessing diensten mocht houden en mensen de biecht af kon nemen.??
Al op 2 juni van dat jaar mocht de pastoor terug naar Achthuizen. De wat hoger gelegen kerk en pastorie stonden toen niet meer onder water, maar het zusterhuis, het patronaat en de Sint Jozefschool wel. Normaal telde de parochie 1200 mensen, maar op dat moment slechts 300.??
Tot oktober 1944 bleef het rustig in Achthuizen, maar eind van die maand kwam de Gr??ne Polizei huiszoeking doen, zogenaamd om wapens te zoeken, maar in feite om de inkwartieringsmogelijkheden te bekijken en goederen in beslag te nemen: olie, benzine, motoren en tractoren. Deze spullen in veiligheid brengen was niet meer mogelijk, het hele dorp was afgezet. In veel van de leegstaande huizen werd er ook nog ingebroken en vernield.??
Op 4 december 1944 gaf de bezetter het bevel om de toen nog droogstaande polders aan de Krammer onder water te zetten. De boeren van de Kranendijk moesten naar de leegstaande woningen in Achthuizen verhuizen. Op 20 december vond in het dorp een razzia plaats, waarbij men het had gemunt op mannen in de leeftijd van 17 tot 40 jaar. Deze werden op transport gezet naar Duitsland om daar in de oorlogsindustrie te werken. In de buurt van het Overijsselse Wierden werd hun trein echter door Engelse vliegtuigen beschoten. Piet Kerp werd dodelijk getroffen, Geert van Bergen verloor behalve een hand ook een deel van zijn arm.??
In de loop van november dat jaar was er al een groep Armeni??rs in Duitse dienst in Achthuizen ondergebracht en half december kwamen daar nog eens honderden Duitse soldaten bij. Al deze soldaten waren in afwachting van een oversteek naar Brabant om vandaar te worden ingezet bij het Ardennenoffensief dat onder leiding stond van generaal Von Rundstedt. Niet alleen arbeidershuizen werden voor het leger gevorderd, maar ook de pastorie, al zaten daar meestal leidinggevenden. De pastoor heeft hun namen samen met enige bijzonderheden genoteerd. Luitenant Hinsman - een katholiek - kwam op 15 december. Twee dagen later werd hij opgevolgd door luitenant Kulmayer. ???Een verschrikkelijke vent. Mijn pastorie werd een soort publiek huis,??? aldus de pastoor. Daarna kwam luitenant Blaser met zijn staf. Deze Blaser - een Lutherse dominee uit de omgeving van Eislehen - was?? volgens Dessing net als Kulmayer ???een verschrikkelijke vent van dezelfde soort.?????
Dat er veel Duitsers in Achthuizen zaten was de geallieerden uiteraard niet ontgaan. Vanuit Brabant werd het dorp voortdurend bestookt met granaten. Op 14 januari 1945 moest de pastoor met achterlating van zijn meubels de pastorie ontvluchten. Hij nam zijn intrek in het huisje van J. Rommelse aan de Galathesedijk. Op dezelfde dag werden er in het Sint Jozefgesticht Russen en Mongolen ondergebracht, die het gebouw grotendeels van binnen zouden slopen. De zusters hadden bij hun vertrek niet alles mee kunnen nemen en wat er nog stond werd als brandhout gebruikt. De huizen aan de dijk werden ???s nachts door burgers bewaakt. Wie niet kwam opdagen liep kans dat zijn huis in brand werd gestoken. De meisjes moesten glas en spijkers van de wegen verwijderen, zodat de voertuigen van de Weermacht er zonder schade konden rijden.??
Op 2 februari 1945 zou er weer een evacuatie plaatsvinden, dit keer naar Krimpen aan de Lek. Op bevel van de Duitse commandant, een dronkaard eerste klas, mocht niemand iets van zijn bezit meenemen. Gelukkig zat er in de anders zo strakke organisatie van de Duitsers dit keer een foutje. De in aanmerking komende evacu??s hoefden het eiland niet te verlaten en mochten hun voornaamste spullen meenemen naar een plek elders op het eiland. Voor de meeste mensen was dat Middelharnis.??
Op zondag 5 februari 1945 reed de pastoor, samen met zijn huishoudster Theresia Nieuwburg en de jonge Alphons Verschuren, in de stromende regen op een boerenkar van A. van Vugt naar Middelharnis. Behalve enige meubels en boeken had de pastoor ook zijn kelk en de effecten (1) van het kerk- en armenbestuur mee weten te nemen; die waardevolle papieren had hij terwijl de Duitsers erbij stonden uit de brandkast gehaald! Alle drie vonden zij onderdak bij de familie J. Fabert aan het Zandpad 252, door wie ze buitengewoon gastvrij werden onthaald. Uit de kerk in Achthuizen mocht daarna niets meer worden weggehaald, ook geen meubilair, maar omdat de Duitsers de toren als uitkijkpost voor het omliggende gebied gebruikten, werd hij niet afgesloten. Twee weken later slaagde Alphons Verschuren er gelukkig in om met behulp van enkele andere mensen - tegen het Duitse verbod - een groot gedeelte van het meubilair op de achterzolder van de kerk op te bergen. Samen met wat andere goederen, o.a. alle paramenten (2), werd alles in twee wagens naar Middelharnis vervoerd.??
Op 3 maart werden Middelharnis en Sommelsdijk door de Duitsers afgesloten en de Achthuizenaren die in deze dorpen verbleven, moesten alsnog naar Krimpen aan de Lek evacueren. Met achterlating van al hun bezit werden zij naar Middelharnis-Haven vervoerd en in een grote schuit opeengepakt. Enkele Achthuizenaren slaagden erin onder te duiken, onder wie de pastoor. Samen met Theresia Nieuwburg en Alphons Verschuren kwam hij bij de niet-katholieke familie van P. van Vliet in huis, goede kennissen van de familie Fabert. Deze familie Van Vliet was zelf vanuit Ooltgensplaat ge??vacueerd. Enkele dagen later - de storm was geluwd en de kust weer veilig - kon de pastoor en zijn gezelschap weer naar de familie Fabert.??
Direct na de bevrijding, op 7 mei 1945, wilde Dessing naar Achthuizen terugkeren, maar burgemeester Slobbe van Middelharnis gaf geen toestemming. De pastorie was op dat moment door Engelse soldaten bezet en bovendien was het er nog veel te gevaarlijk met?? ??overal mijnen en ander explosief materiaal. Er waren al slachtoffers gevallen en korte tijd later zou ook Peet Segers uit Zuidzijde bij een explosie zwaar gewond raken en een arm verliezen.??
Op 10 mei echter kreeg de pastoor toestemming van luitenant Van Nunen, commandant van het eiland, om naar zijn pastorie terug te gaan. De toestand van de parochi??le gebouwen was verschrikkelijk. De pastorie was een ware mesthoop en de helft van de inboedel was gestolen. Alle ruiten waren kapot, de toiletten gesloopt, de asbakken stukgeslagen, de vloeren opengebroken en de gordijnen verscheurd. Voor de ramen van de pastorie had men planken getimmerd. De kerk had een voltreffer te verwerken gekregen. Het dak van de sacristie was er af geschoten en de ramen van de kerk waren doorzeefd met kogelgaten. Het orgel op het koor was half afgebroken. Het water dat in de kerk had gestaan, had het schilderwerk aangetast. Rond de kerk lagen er meer dan twintig trechters van granaatinslagen. In het gesticht waren er ongeveer tweehonderd ruiten stuk. Deuren en vloeren waren er uitgebroken. In de kapel hadden de Duitsers de beelden van het Heilig Hart en de Heilige Tarcisius stuk geschoten. De school die lager stond dan de kerk had erg van het water geleden. Verschillende kasten waren stukgeslagen en leeggehaald. Ook het patronaat was er slecht aan toe. In de tuin en het bos waren de bomen door het zoute water doodgegaan.??
Begin oktober 1945 waren vrijwel alle parochianen teruggekeerd van hun evacuatie-oorden; ongeveer achttien gezinnen bleven weg. Achthuizen kon aan het herstelproces beginnen.
(1) Effecten zijn verhandelbare rechten die een financi??le waarde vertegenwoordigen, aandelen, obligaties
(2) Paramenten zijn in de Katholieke Kerk alle liturgische voorwerpen die van textiel zijn vervaardigd