Startpagina??? > ???Eigen schrijfsels??? > ???

'Een gouden vent'

Siepke keek, of er e-mail was van haar broer. Nee??? Ze zuchtte. Een tijdje??
geleden hadden ze afgesproken om weer eens met de familie bij elkaar te komen.??
Dat was na het overlijden van hun moeder niet meer gebeurd. Mart was niet de??
man om het voortouw te nemen. Daarom had zij een datum geprikt en voorgesteld??
het eerste samenzijn bij haar thuis te houden. Haar man Floor had er dadelijk??
mee ingestemd. Mart en zijn vrouw hadden ??? net als zij ??? maar ????n kind. Het zou??
goed zijn om weer wat bij te praten. De laatste jaren waren ze uit elkaar??
gegroeid, maar vroeger waren ze een hecht stel geweest. Moeder was een paar??
jaar geleden ziek geworden, en niet meer beter geworden.??
Siepke dacht aan het laatste gesprek met haar. Ze had gevraagd, waarom zij er??
indertijd, nu alweer twaalf jaar geleden, zo???n bezwaar tegen had gehad dat zij,??
Siepke, haar zoontje Koen geen Fokko had mogen noemen. Dat was toch de naam van??
haar vader, de opa van Koen? Die was ruim dertig jaar geleden overleden. Haar??
moeder had met hem geen gelukkig huwelijk gehad. De eerste jaren ging het nog??
wel. Toen waren ook de kinderen geboren.??
Siepke herinnerde zich vaag de ambulance die voor hun huis was gestopt en haar??
vader had meegenomen. Hij was een weekendje thuis geweest en zou die ochtend??
door mensen van de psychiatrische inrichting worden opgehaald, maar de??
ambulance was hen voor. Pa was niet meer thuis gekomen. Hij had teveel??
medicijnen genomen. Onderweg naar het ziekenhuis is hij overleden.??
Thuis werd er niet meer over pa gesproken. Toen Siepke een jaar of vijftien??
was, had ze bij haar moeder weleens ge??nformeerd naar pa, maar die had haar??
te verstaan gegeven, dat ze over hem niets wilde zeggen. En zo was de tijd??
verstreken. Siepke had door dit alles een negatief beeld van haar vader. Met??
haar broer kon zij al evenmin over hem praten.??
Toen haar kindje zich had aangekondigd, had ze tegen haar moeder gezegd, dat??
ze hem Fokko wilde noemen, als het een jongen was. Maar haar moeder had zich??
daartegen fel verzet, en zo was het Koen geworden. Ze zuchtte. Wie was Fokko??
Pleijter? Van Outlook switchte ze naar Google. Ze typte de naam in. Bestond??
die naam, was er iemand die zo heette? H??, een resultaat: Fokko Pleijter, de??
jongste zoon??? De regel kwam uit een verhaal van een toen vijfjarige jongen,??
die in 1944 met zijn ouders, broertjes en oma vanuit Flakkee naar Groningen??
was ge??vacueerd. Snel het verhaal doorlezend, werd het Siepke duidelijk, dat??
het om haar vader ging. Ze las verder: ?? ?? ?? ?? ?? ?? ?? ????

Luidruchtig stapte hij het kamertje binnen: ???Hallo, ik ben Fokko. Jullie hebben al kennis gemaakt met mijn familie?' Toen mijn moeder met een zuur gezicht aangaf, dat dat inderdaad het geval was, reageerde hij meteen: 'Niks van aantrekken. Als je wat nodig hebt, kom je gewoon bij mij.' Verbluft keken mijn ouders hem aan. Wat een kerel! Hoe oud zou hij zijn? Fokko was negentien, de jongste zoon, een druktemaker, dat was duidelijk, maar wel eentje die zijn woord gestand zou doen. In de ruim vijftien maanden die we in Groningen zouden doorbrengen, zou mijn moeder nooit een vergeefs beroep op hem doen. Fokko was een gouden vent.??

Siepke voelde een rilling over haar rug gaan. Een gouden vent??? Haar vader? Haastig las ze verder.

Fokko hield van lekker eten, maar zijn moeder had niet altijd zin om wat voor hem klaar te maken. Dan kwam hij bij mijn moeder: 'Mijntje, ik heb zin in oliebollen.' 'Ja, Fokko, ik ook, maar ik heb geen meel, en ook geen olie.' Vijf minuten later was Fokko terug met alles wat nodig was. Dan ging mijn moeder het bakhuisje in en bakte oliebollen, uiteraard niet alleen voor Fokko, maar voor ons allemaal. Vrouw Pleijter kreeg natuurlijk lucht van het bakken??
en kwam kijken. 'Ik heb het allemaal van Fokko, hoor,' zei mijn moeder. Hoofdschuddend en boos liep ze weg: 'Die Fokko toch!' Als ze later van mijn moeder een paar oliebollen kreeg, verdween haar boosheid wel weer.

Op een keer had Fokko in de schuur voor ons een glijbaan gemaakt van hooibalken. Via een ladder klommen we omhoog en roetsjten naar beneden. Toen mijn moeder kwam kijken, schrok ze erg: 'Hou direct op, jullie, kijk eens naar jullie broeken!' Die waren door het glijden aardig dun geworden, en we hadden maar ????n stelletje??? 'Ach, Mijntje, laat die kinderen,' riep Fokko. 'Vanavond kun je nieuwe broeken maken.' Dan kwam hij aanzetten met stof van de allerbeste kwaliteit. 'Vooroorlogse!' zei hij, niet zonder trots.

Siepke kon haar tranen niet meer bedwingen??????Pappa, pappa toch??????

Op een keer was de boerin weer eens erg boos. Uit haar tuintje werden aardbeien gepikt. Het veldje lag precies voor het raam van ons kamertje. Als ze mijn moeder tegenkwam, keek ze ??kwaad. Ze verdacht kennelijk ons van de diefstal. 'Zeg, vrouw Pleijter, denk je dat de kinderen aan de aardbeien hebben gezeten? Dat is niet zo, hoor.' Mijn moeder wist wie de daders waren: Fokko en Joop, de inwonende knecht, het vaste maatje van Fokko. Het waren echte kwajongens. Als ze tussen het werk door even pauze hielden, slopen ze naar de aardbeien. Ze zwaaiden vrolijk naar mijn moeder. Omdat de verdenking van de boerin bleef aanhouden, besloot moeder de twee erbij te lappen. Toen ze weer eens een keer gehurkt boven de aardbeien zaten, riep mijn moeder de boerin: 'Kijk, vrouw Pleijter, daar zitten die lieve jongens.' Boos liep de boerin naar buiten. Zich verontschuldigen kon ze niet. Ze had een harde kop. Uiteraard kwam Fokko zich bij mijn moeder beklagen: 'Zeg Mijntje, waarom heb je dat nou gedaan?' Mijn moeder had haar antwoordje klaar: 'Je moeder verdacht mijn kinderen ervan, dat ze aan de aardbeien gezeten hebben, en ik kon haar niet overtuigen, dat dat niet het geval was. Ze bleef boos. Fokko, luister goed, op wie kan ze beter boos zijn, op jou of op de kinderen?' 'Mijntje, je hebt gelijk!'

Siepke huiverde en weer welden er tranen op in haar ogen. Was dit haar vader? Ze las, hoe het hem lukte de vooroorlogse motor uit de handen van de Duitsers te houden, hoe hij een bakfiets regelde voor de Flakkeese vader, die met zijn kinderen naar de dokter moest om ze te laten behandelen tegen schurft.??

Siepke begon het warm te krijgen. Wat las zij hier allemaal? Dit had zij nooit gehoord. Dit moest haar moeder ook nooit geweten hebben??? Vlug las ze verder.

Mijn moeder had moeite om onze kleren schoon te krijgen. Met de slechte zeep van die tijd lukte dat gewoon niet. Maar Fokko wist raad. In de kelder bewaarde zijn moeder nog een vaatje vooroorlogse zeep van uitstekende kwaliteit. Zelf gebruikte ze het niet, want je wist maar nooit hoe lang de oorlog zou duren. Bovendien was ze erg zuinig. Fokko zou zorgen dat mijn moeder die goede zeep kreeg. En terwijl de boerin stond te prutsen, kwam bij mijn moeder het schuim over de tobbe. Natuurlijk kwam de boerin erachter, en kreeg Fokko er weer van langs.??

Siepke voelde verwarring in zich opkomen. Was dit de vader naar wie ze nooit had mogen vragen? ?? ????

In een grote kast bewaarde Fokko zijn speelgoed van vroeger, mooi mechanisch speelgoed, trekkers, auto's met rupsbanden. We hadden het nog nooit gezien. Fokko schepte er vaak over op. Hij zou ons er wel eens mee laten spelen, beloofde hij. Toen hij nog een kind was en ??jarig, kwamen zijn neefjes en nichtjes spelen. De allerkleinsten kwamen nog steeds. Dat was traditie geworden. Zelf speelde Fokko niet meer mee, hij werkte op het land. Toen het weer zover was, nodigde hij ons uit om ook te komen en mee te spelen. We waren door het dolle heen en hadden naar de feestelijke dag uitgezien. 's Morgens gaf moeder ons een extra wasbeurt, kamde ons haar en stak ons in onze beste kleertjes. Precies op tijd meldden we ons bij het trapje naar de grote voorkamer. De neefjes en nichtjes van Fokko waren er al, en stonden eveneens voor de deur. Daar ging die open. Ieder mocht naar binnen... 'Jullie naar je moeder,' sprak de boerin. Huilend dropen we af, mijn broertjes van drie en bijna twee, en ik. Nooit heb ik mijn moeder kwader gezien! Ze was woest. Toen Fokko om een uur of vier thuis kwam om te kijken hoe het ging, vertelde mijn moeder wat er gebeurd was. Ze was nog niet uitgesproken, of hij beende weg. We hoorden hem tekeer gaan tegen zijn moeder. Na enkele minuten was hij terug met een grote kist, de speelgoedkist. Alles zat erin, de auto's, de trekkertjes op rupsbanden. Hij had alles van de tafel en de vloer geveegd, het in de kist gestopt en bij ons gebracht. 'Hier, voor jullie, lekker spelen.'??

Geweldig! Op deze vader kon ze trots zijn! En dat was ze ook!
??
Na de oorlog heeft Fokko de boerderij verlaten, en heeft hij door de wereld gezworven. Zijn vader had de boerderij aan de oudste zoon overgedaan, en hoewel dat in Groningen de gewoonte was, had Fokko dit niet eerlijk gevonden. Zijn broer had niet zoveel met de boerderij, was er ook vaak niet. Hij, Fokko, was altijd aan het werk, hij was een boer in hart en nieren. Een paar jaar na de oorlog klopte hij 's avonds laat aan bij mijn ouders, die toen al weer in hun oude huisje op het eiland woonden. 'Goed volk' riep hij hard. Mijn moeder die al op bed lag, hoorde het meteen. 'Dat is Fokko.' De begroeting was allerhartelijkst. Terwijl zij eten voor hem klaar maakte, vertelde hij dat hij uit het buitenland was teruggekeerd en geen idee had wat hij nu moest gaan doen. Mijn moeder heeft hem toen overgehaald naar zijn familie in Groningen terug te keren. Uiteindelijk heeft hij dat gedaan. Vele jaren later, toen ik al in de Noordoostpolder woonde, ben ik samen met mijn vrouw en mijn ouders, hem in Groningen gaan opzoeken. Zijn vrouw die opendeed, schrok. 'Fokko is ziek, hij verblijft in een inrichting. Vandaag is hij toevallig thuis, maar hij kan jullie niet te woord staan.' 'H??, wie hoor ik daar,' hoorden we roepen en vanuit een donkere gang kwam Fokko aanlopen. 'Mijntje? Hans? Het is niet waar! Wat ben ik blij jullie te zien. Kom binnen, kom binnen.' Mijn ouders hebben ruim twee uur met Fokko zitten praten en herinneringen opgehaald. Het was een ontspannen en gelukkige Fokko. Zijn vrouw begreep niet, dat Fokko zo normaal met ons gesproken had. 'Zo kennen we hem al een hele tijd niet meer.' Toen we weggingen, huilde Fokko. Mijn moeder ook. Enkele jaren later bereikte ons het bericht dat Fokko was overleden.